Nieuwe buren in de Merelstraat
'Onze enige droom is ‘gewoon’ weer naar huis'
Bijna twee weken geleden zijn er aan een huis in de Merelstraat in Katwijk aan Zee, nieuwe bewoners komen wonen. Tijd om eens kennis te maken op een zonnige lentemiddag in maart. Nadat de thee is ingeschonken en koekjes royaal op tafel staan, zitten er zes gespannen gezichten in de kring. Een vriendelijke jonge vrouw begint voorzichtig in het Engels:
Mijn naam is Katia
‘Mijn naam is Katia, mijn zus heet Ilona, mijn moeder Svetlana en mijn broertje Lucas (die is 11 jaar en nu aan het voetballen met kinderen uit de buurt). Wij zijn samen met een vriendin Nastia en m'n baby-dochtertje twee weken geleden uit Zdolbuniv bij Rivne in west-Oekraïne gevlucht. Mijn vader, broer en man hebben ons naar de grens gebracht, waarna zij terug zijn gegaan naar huis. Mijn vader is namelijk pastor en zij vangen zo'n 30 vluchtelingen uit Kiev en Charkov op, bij onze kerk.’
Als familie om hulp vraagt, dan help je
Ook de Katwijkse Corina en Agaath mengen zich in het gesprek. ‘Wij zijn vriendinnen en kennen deze mensen al bijna 20 jaar vanuit Commissie Oekraïne. Dit is een humanitaire vrijwilligersorganisatie vanuit de hervormde kerk van Katwijk aan Zee. De stichting deed al jaren transporten met hulpgoederen, organiseerde werkvakanties waarbij groepen vanuit Nederland naar de Oekraïne gingen om huizen, scholen, of andere gebouwen op te knappen, en andersom werden de Oekraïense kinderen uitgenodigd om in Nederland vakantie te vieren. Door de vele jaren van fijn contact zijn deze mensen als onze familie gaan voelen, ik ken die meiden al sinds ze een baby zijn! En wanneer je familie hulp vraagt, dan help je.’
Iedereen helpt mee om hen welkom te laten voelen
Dus toen de vraag om hulp kwam heeft Corina haar huis beschikbaar gesteld. ‘Ik ben zo lang ingetrokken bij m'n moeder, zodat deze familie een eigen plekje heeft. Toch hoef ik niet alles alleen te doen. Ik word enorm geholpen door mensen uit mijn omgeving; van tassen met eten tot een gitaar voor Nastia omdat zij dit zo graag speelt. Iedereen helpt mee om hen welkom te laten voelen en dat raakt me. Want ik ken de mensen die nu bij me wonen, maar ook de mensen die daar zijn achtergebleven en hun situatie daar; de straten en huizen, de ouderen, de kinderen uit het kindertehuis waar Svetlana werkte, het idee dat zij moeten schuilen als het alarm gaat is zo onwerkelijk!’
Het is afhankelijk van het luchtalarm of de online lessen doorgaan
Terwijl Lucas weer binnenkomt na het voetballen, zegt moeder Svetlana: ‘We voelen ons heel welkom in Nederland, maar zouden hier zo ontzettend veel liever in andere omstandigheden geweest zijn. We denken veel aan thuis en kunnen gelukkig nog vaak bellen. Verder wandelen we veel, ook op het strand, halen boodschappen en koken eten. We ontmoeten andere Oekraïners in het Anker op de Voorstraat, het is fijn om daar weer even in onze eigen taal te kunnen spreken, want Engels vind ik best lastig.’ Ilona vertelt dat zij en haar broertje online lessen volgen, al is het afhankelijk van het luchtalarm of de lessen doorgaan, want hun docenten zijn nog in de Oekraïne.
Onze enige droom is ‘gewoon’ weer naar huis
Corina en Agaath nemen het gezin ook mee in de Katwijkse maatschappij; zo oefent de muzikale telg bij de Harmonie, de jongsten gaan mee naar de kinderclub van het HGJV. Zo proberen zij het leven zo normaal mogelijk te maken. Al vertellen Svetlana en Katia dat zij in Nederland geen echte toekomstdromen hebben. Hun enige droom is terug naar huis kunnen. En misschien zodra de registratie rond is een baantje vinden om, voor zo lang het duurt, een beetje geld te kunnen verdienen.
Ondanks dat er veel gelachen wordt staan gezichten droevig. Het is niet voor te stellen wat er in de hoofden omgaat van de nieuwe buren in de Merelstraat.