31 augustus - Neeeee, niet weer paintballen
Ga je dit nieuwe werkjaar weer paintballen, karten of op een rondvaart als bedrijfs- of afdelingsuitje? En weer een vrijmibo met bier en (vega-)bitterballen? Of wil je met z’n allen toch net iets meer maatschappelijks? Steeds meer organisaties kiezen voor dat laatste. Maar wat dan?, horen we je vragen. Wel eens gedacht aan een middagje rolstoelen wassen, wijkcentrum schilderen of taaltraining geven aan Oekraïners? Of jullie expertise inzetten bij een jongerencentrum of hobbyvereniging? Het kan allemaal. William is onze expert vrijwillige inzet en geeft graag wat mooie opties.
Vrijwilliger worden? Liever niet
Stel mij de vraag of ik vrijwilliger wil worden. Dan zou mijn antwoord waarschijnlijk iets zijn met “Hmm, ja, tja, poeh, misschien, ja, nee, druk druk druk, denk ik nog ff over.”
Je talent inzetten? Ja, graag
Maar als je mij op de man af zou vragen: “Hey William, jij bent toch een fervent hardloper? Wil je af en toe onze slechtziende Harry meenemen naar de atletiekbaan en samen met hem gaan rennen?” Dan is de kans groot dat ik eigenlijk meteen enthousiast ben. Sterker, dat doe ik en dat ben ik. En in het verlengde daarvan geef ik tegenwoordig ook clinics looptechniek aan mensen met een beperking. Deze dingen doe ik niet, omdat ik zo graag vrijwilligerswerk wil doen. Ik voel me ook helemaal geen vrijwilliger. Ik doe het wel omdat ik:
- Werd aangesproken op iets waar ik zelf blij van word
- Door de vrager heel slim werd geattendeerd op mijn talent
- Überhaupt heel concreet gevraagd werd
- Natuurlijk meteen voelde dat mijn bijdrage betekenisvol is
Ome Jan houdt van puzzelen
Toen ik een paar jaar geleden verenigingsondersteuner werd bij Welzijnskwartier, kon ik het inzicht m.b.t. mensen direct aanspreken op hun talent goed gebruiken. Meteen al in mijn eerste werkweek zag ik tal van vrijwilligersvacatures in de trant van ‘Maatje gevraagd voor ome Jan. Ome Jan houdt van puzzelen.’ Vacatures die al maanden en nog langer openstonden. Waarom? Omdat het vaak zoeken is naar een speld in hooiberg.
Na verloop van tijd ben ik letterlijk eens gaan kijken bij ome Jan. Ik was nieuwsgierig naar hem, waar hij woonde en wie hij ontmoet. Ome Jan bleek op een warme en liefdevolle interne plek te wonen met andere mensen met een beperking, zoals dementie. Echt zo’n plek waar de meeste mensen niet zomaar naartoe gaan. Daar moet je ze op attenderen en voor vragen. Dat hebben we dan ook gedaan. Nu krijgt ome Jan regelmatig bezoek van vrijwilligers voor een babbeltje, wandelingetje, boodschapje, klusje en ja ook een puzzeltje leggen.
Uiteraard ben ik ook meteen gaan kijken of deze vrijwilligers misschien ook tijd over hadden om nog andere dingen te doen in Katwijk. Zorgorganisaties, wijkcentra en verenigingen schreeuwen namelijk om vrijwillige inzet. Ook dat lukte. Twee vrijwilligers helpen nu af en toe in een seniorencentrum met de lunch.
Jantje Smit
Op diezelfde manier heb ik ome Jan ook nog kunnen koppelen aan Vincent. Een grote vent, die vanwege problemen met zijn benen in een scootmobiel van A naar B gaat. Zo’n enorme stoere kerel met een klein hartje en gek van Nederlandstalige schlagers. Net als ome Jan. Bijna wekelijks zitten ze nu op de bank samen naar Jan Smit en consorten te luisteren op Vincents Spotify.
Ideale schoonzonen
Genoeg anekdotes en succesverhalen. Mijn realiteit als verenigingsondersteuner is weerbarstiger. Zeker als het gaat om organisaties, stichtingen en verenigingen. Veel clubs werden gedragen door families in de breedste zin van het woord en ons kent ons. Geweldig zo’n hechte maatschappij, zo’n wereld waar men naar elkaar omziet. Maar net als in het echte leven, worden families steeds kleiner en wonen familieleden steeds verder van elkaar. Er is dus nieuwe, externe denk- en doekracht nodig. Anders gezegd: verenigingen zitten te springen om nieuwe ideale schoonzonen en -dochters.
Als het bestaande netwerk niet meer al het werk kan doen, kun je ophouden te bestaan als organisatie of andere vijvers aanboren. En die zijn er gelukkig. Denk aan bedrijven, afdelingen, pré-pensionado’s, vriendengroepen, buurtgroepen, sportteams en kookclubs. Als je met een aantal mensen een mooie maatschappelijke klus oppakt:
Zit je niet meteen zelf meteen ergens aan vast
- Voel je je als groep goed
- Geef je invulling aan je inclusie-agenda of je gevoel van ‘wat hebben wij het toch goed’
- Creëer je collectieve trots
- Onderscheid je je als ondernemer of organisatie
Voel je samen nuttig
Ik geef het toe, dit was best een lange inleiding naar wat ik eigenlijk wil zeggen. Doe als kledingwinkel, assurantiekantoor, kapsalon, bouwbedrijf, thuiszorgteam, tennisladderclubje, dinsdagochtendgolfgroepje, bollenkwekerscollectief, businessclub, zondagochtendfietsmaatjes etc eens wat anders als uitje of wat je gewend bent. Je hoort mij niet vragen of jullie vrijwilligerswerk willen doen, want jullie voelen je – net als ik – geen vrijwilliger. Ik hoop wel supergraag dat jullie met je gezamenlijke talent een mooie klus oppakken. Ik werd persoonlijk aangesproken op mijn hardlopen en dat wil ik ook bij jou doen. Maar daarvoor moet ik je net even beter leren kennen. Bel me dus gerust.
Ik geef je alvast een paar voorzetjes:
William Slotboom
Sociaal Werker - Verenigingsondersteuning
Welzijnskwartier Zakelijk
Werkgevers onderscheiden zich steeds meer met focus op welzijn en preventie
De wereld een betere plek maken, daar draagt tegenwoordig iedereen wel zijn of haar steentje aan bij. Sterker, maatschappelijke relevantie wordt steeds belangrijker voor organisaties en bedrijven. Daarom ben ook jij waarschijnlijk bezig met prikkelende en inspirerende maatschappelijk doelen, waar iedereen zich voor wil inzetten. En waarmee je zinvol en betekenisvol bent voor alle stakeholders. Van klanten en investeerders tot leveranciers en medewerkers.
Meer informatie over Welzijnskwartier Zakelijk